Nederland staat om veel dingen bekend. Klompen, tulpen, windmolens en ook kaas. 
Kaas is een voedingsmiddel dat gemaakt is van koeien - of schapenmelk. Maar er zijn ook variaties met kruiden erin. 

De maak:

Eerst word er zuursel en stremsel bij de melk gegooid. Door het stremsel word de melk dikker. Als dat gebeurd is moet de wei (het vocht) uit de kaas gehaald worden. Wat je over houd heet de wrongel. Daar word zout bij gemengd. De wrongel word in vormen gegoten en daarna gaat het onder de pers om het laatste vocht eruit te halen. Daarna gaat het in een bad met zout water (het pekelbad). Door het zout kun je de kaas langer bewaren. Daarna laat je kaas rijpen. Daardoor word de kaas steviger en het rijpen bepaalt ook wat voor soort kaas het word. Als je de kaas 4 weken laat rijpen dan is het jongen kaas. 8 tot 10 is het jong- belegen,16 tot 18 weken is de kaas belegen. 7 tot 8 maanden extra belegen en 10 tot 12 maanden oud. Als je de kaas 16 maanden of meer laat rijpen, is het overjarige kaas.