Je hebt 2 verschillende olifanten. De Afrikaanse en de Aziatische. De Afrikaanse olifant is de grootste van de twee, ook heeft hij: grotere oren en een gerimpeldere huid. Onder de Afrikaanse olifant zijn nog drie soorten: de woestijnolifant, de bosolifant en de savanne olifant. Toch heeft elke soort olifant kenmerken die hetzelfde zijn. Een lange slurf; hiermee kan hij dingen vastpakken en voedsel naar zijn mond brengen. Ook heeft hij grote poten, lange oren, en, ivoren slagtanden. Hiervoor wordt er vaak op hem gejaagd.
De olifant wordt op meer manieren gebruikt. Al sinds mensenheugenis worden ze als werktuigen gebruikt, om te helpen op bijvoorbeeld het land. In landen als India worden ze gebruikt als vervoersmiddel. In oorlogen zijn ook benut; ze zijn immers veel sterker dan die ouderwetse paarden. Er zijn ook landen waar de olifant wordt gezien als een koninklijk dier, Thailand bijvoorbeeld.
Communicatie
De olifanten communiceren met brommende keelgeluiden. Meestal kan de mens die geluiden niet horen. onderzoekers hebben die geluiden ontdekt door een filmpje te maken van de olifanten en het geluid verhoogt. Die ’hoogte’ van de tonen heeft nog wel nut, want daardoor kunnen de olifanten die 5 km. verder zij de geluiden ook nog horen. Olifanten kunnen ook nog ‘horen’ via de trillingen van de grond. Als een kudde wegrent dan voelen soortgenoten dat nog op tientallen kilometers er vandaan.
|
